Artikel in Brabants Dagblad.

Op 25 september kopte het Brabants Dagblad over de échte smaak van een komkommer, afkomstig uit het groente-paradijs GroeiTuin013. Er stond een heel mooi artikel in de krant en op de website, waarin journalist Bas Vermeer vertelde over de tuin en zijn interview met Hein van den Hurk.

Het succes van een Tilburgs groente-paradijs: ‘Zo smaakt een komkommer echt’

Dat een echte komkommer niet naar water ‘smaakt’ en hoeveel heerlijker tomaten kúnnen zijn. Week na week rolt er een bijzondere oogst uit een megamoestuin in de stad. Waar chefkoks zwijmelen, steeds meer horecazaken hun groenten halen en ook de ‘gewone Tilburger’ in de rij staat. Wat is het geheim van de Tilburgse stadstuinderij?

Dit verhaal begint op een bord bij het minuscule maar populaire restaurant Gist. „Kijk, zo smaakt een komkommer echt”, zegt chefkok Niek Gaertner als hij een gerecht vol komkommer voorschotelt. Een smaakbom, tegen alle verwachtingen in. Net als alle andere groenten die bij Gist op tafel komen, is de komkommer geplukt bij de Groeituin013.

Veel koks zijn er kind aan huis. Ook die van De Graanhandel en Auberge de Bonheur zoeken er preien, uien en kroppen sla uit. ,,Het is biologisch, lokaal en duurzaam”, vertelt chefkok Ralph Blaakenburg van Auberge. ,,En ja: vanwege de smaak. Er lopen tomatentovenaars rond. Zestig verschillende soorten kweken ze. We hadden er een gerecht van gemaakt waar we zoveel complimenten over kregen, terwijl die tomaten voor zichzelf spraken. Met wat kruiden en olie.”

Elke week (en al jaren) haalt de keukenbrigade van Auberge er producten, maar net wat van het land komt. Steeds meer collega’s en Tilburgers weten de megamoestuin aan de Reeshofdijk te vinden. Op de middagen dat het winkeltje open is komen er soms veertig tot vijftig mensen langs.

‘Bijzondere groenten maar…’

Wat is er aan de hand? Nou, oprichter Hein van den Hurk wil best vertellen wat de twee hectare grond bijzonder maakt, maar in zijn ogen zijn dat eerder de mensen dan de smaakvolle groenten. Maar eerst: wie wil weten wat er precies gebeurt moet er een beeld bij hebben. Loop even met hem over het terrein.

In de tunnelkassen groeien zestig soorten tomaten, daarnaast een rij pepers en verderop drogen geoogste aardappelen in bakken. Buiten staan ruim zestig verschillende gewassen in de volle grond: van prei en sla tot radijs. In de modder knort een familie varkens. Er is een tractor, een fruitboomgaard en het geraamte voor een Vlaamse schuur ligt er al. Een deel van het geld voor de bouw ontbreekt vooralsnog.

Op deze zomermiddag is het er aardig druk met mensen die aan het plukken zijn of onkruid wieden. Van den Hurk groet ze en maakt hier en daar een praatje. In totaal telt de tuinderij ruim honderd vrijwilligers, 25 dagbesteders, twee professionele tuinmannen en twee coördinatoren. „Voorop staat dat deze tuinderij een ontmoetingsplek is, waar we verbintenissen leggen.” Grappig: want hier staat een man die ooit klaar was met de maatschappij en zich terugtrok in een Spaanse schapenstal.

Boos op de wereld

Een kleine terzijde, want dit is óók een mooi verhaal. Hij studeerde scheikunde in Delft, was kraker en dacht ‘het wordt helemaal niks met de wereld’. Van den Hurk vertrok in de jaren negentig naar de Pyreneeën om een zelfvoorzienend leven te beginnen. Boos op een maatschappij die de wereld – ondanks alle waarschuwingen – naar de knoppen liet gaan.

Dat zelfvoorzienende leven lukte. Hij woonde vier jaar lang in een schapenstal, liep in Spanje de liefde van zijn leven tegen het lijf en samen kregen ze twee kinderen. Dat ging niet samen met hele winters niemand zien, dus kwamen ze terug naar Nederland. Hij maakt zich nog altijd ernstige zorgen om het lot van de wereld, maar besloot dat je desondanks iets unieks kunt bijdragen aan de samenleving.

Aanvankelijk was dat Het Werkt, op kleine schaal beschermd wonen in Tilburg. Vanuit daar ontstond het plan voor een stadstuinderij. Hij wilde niet dat de dagbesteders afgezonderd ‘doosjes zouden vouwen’, maar een plek maken waar de hele stad samenkomt. „Hoog- en laagopgeleid, jong en oud, eenzaam of vol in het leven. We dachten dat door tuinieren, waar veel mensen van houden, te doen.”

Uit de kluiten gewassen

Ze kregen gelijk. Negen jaar later is de tuinderij uit zijn kluiten gewassen en doen ruim honderd vrijwilligers mee. Omdat ze eenzaam zijn, met pensioen zijn of gewoon omdat ze het leuk vinden. De oudste is 87 jaar en heeft totaal geen zin om te vegeteren en de jongste was deze zomer vijftien jaar – een scholier die de vakantie te lang vond duren en tuinieren prachtig vindt. „Hier groeien en bloeien niet alleen de planten, maar ook de mensen.”

Mooi gezegd, maar is dit nu waarom de komkommer beter smaakt? Komt dat door het verhaal erachter? Van den Hurk neemt een komkommer in zijn handen, een kleintje met stekeltjes. Bij Albert Heijn was die waarschijnlijk afgekeurd omdat deze ‘lelijkerd’ niet genoeg op een komkommer lijkt. „Wij telen op smaak, zij op kwantiteit en productie, dan duurt het nog een week voordat de komkommer in de schappen ligt, onnodig verpakt in plastic.”

Kleine stadstuinderijen worden groot

De Groeituin013 begon in 2015 op proef met 0,3 hectare aan de rand van de Piushaven. Na een paar jaar was wel duidelijk dat de tuinderij niet meer weg zou gaan, maar moest ze voor woningbouw verkassen. In 2021 begon de tuinderij opnieuw aan de Reeshofdijk waar ze nu twee hectare grond heeft en nog een hectare kan groeien.

Plannen zijn er te over: het grootste project is de bouw van een Vlaamse schuur, om de vrijwilligers en de winkel in onder te brengen, en om daghoreca en educatie toe te voegen. Daar is nog wel zo’n vijf ton voor nodig (ze hebben een derde) en daarvoor zijn ze afhankelijk van Tilburgers en bedrijven die daaraan willen bijdragen.

Nee, ze kunnen zichzelf niet volledig bedruipen, vertelt Hein van den Hurk. Het Werkt draagt geld bij en er is een jaarlijkse subsidie van de gemeente van circa 125.000 euro. Stadslandbouw is nu eenmaal niet rendabel, vertelt Van den Hurk. ,,Je kunt niet op tegen een teler met vijf hectare prei. Daar moet je het niet voor doen, deze tuin is een middel tot iets en levert zo heel waardevolle producten op.” De mensen, bedoelt hij dan. 

Hein van den Hurk woonde vier jaar in een schapenstal, liep in Spanje de liefde van zijn leven tegen het lijf en ze kregen twee kinderen. Toch kwam hij terug om Het Werkt en de stadstuinderij op te zetten.

Foto:  © Joris Buijs/Pix4Profs

GroeiTuin013 werkt samen 

GroeiTuin013 is een initiatief van Stichting Het Werkt. Maar we doen het natuurlijk niet alleen. Dit prachtige project is mogelijk dankzij de betrokkenheid, steun en inzet van vele mensen, fondsen, organisaties en bedrijven.